Ondanks dat wij veel binnen zitten en misschien het liefst wel helemaal niet in beweging komen als het koud en nat is buiten, is het in onze buik altijd druk. Je darmen bieden namelijk plaats aan miljarden bacteriën (wel tien keer zoveel als dat we cellen in ons lijf hebben) die ons ofwel kunnen helpen, ofwel ongezonder kunnen maken. Samen met de bacteriën op andere plaatsen van ons lijf (denk aan de huid, slijmvliezen, etc.) vormen ze het microbioom.
Goede bacteriën
Laten we beginnen met het goede nieuws: heel veel soorten bacteriën zijn van de vriendelijke soort. Ze produceren, in ruil voor voeding, allerlei goede stoffen (vitamine K, B1 en B2) of helpen ons van schadelijke stoffen af (1). Daarnaast spelen ze een essentiële rol in de vertering van voedingsstoffen zoals koolhydraten. We kunnen dus niet zonder deze bacteriën en zij liever ook niet zonder ons. Een goede samenwerking is dus van levensbelang.
Schadelijke bacteriën
Onze darm is ook een uitermate fijne plek voor bacteriën die we daar liever niet zien. Ze produceren schadelijke (bijvoorbeeld ontstekingsbevorderende) stoffen die onze gezondheid negatief beïnvloeden en nemen de plek in van de goede bacteriën. Als ze zich koest houden en niet in grote getale aanwezig zijn, houden de goede bacteriën de overhand en blijven we gezond. Rijst het aantal schadelijke bacteriën de pan uit, dan kunnen we hier last van krijgen. Het microbioom raakt verstoord.